Bij het woord ‘rouw’ denken we vooral aan de emoties die we voelen als een dierbare is overleden. Maar er zijn veel meer gebeurtenissen die gevoelens van rouw kunnen oproepen. Over deze soorten van rouw, die niets te maken hebben met de dood, hoor je bijna nooit.
Verlies van identiteit
Als je een belangrijke rol in je leven kwijtraakt, verlies je een stukje van je identiteit. Je rouwt dan om het verlies van jezelf.
Verlies van veiligheid
Normaal gesproken vertrouwen we op een bepaalde mate van veiligheid in ons bestaan. We voelen ons veilig in ons eigen huis, in onze gemeenschap en in onze relatie. Als je je plotseling fysiek, emotioneel of mentaal niet meer veilig voelt – bijvoorbeeld door een inbraak of mishandeling, of omdat je partner je bedrogen heeft – kan dat ervoor zorgen dat je hele wereld onveilig aanvoelt.
Verlies van autonomie
Rouw om het verlies van autonomie ontstaat bijvoorbeeld als je door een ziekte of door ouderdom steeds minder zelf kunt, of als je door financiële problemen afhankelijk raakt van de hulp van anderen. Verlies je je autonomie door een ziekte of ouderdom, dan merk je dat in bijna ieder dagelijks onderdeel van je leven.
Verlies van dromen of verwachtingen
Als een kinderwens niet uitkomt, als je jarenlang hard gestudeerd hebt en maar geen baan kunt vinden of als je carrière niet is wat je ervan verwacht had, moet je je beeld van de toekomst flink bijstellen. Het leven kan er behoorlijk anders uitzien dan je verwachtingen en het is niet altijd eerlijk.
Rouwen mág, ook als er niemand is overleden
Omdat we rouw en rouwen zo sterk verbinden aan de dood, voelt het soms alsof rouwen alleen is toegestaan als er iemand overleden is. Maar zoals je mag rouwen om het verlies van een persoon, mag je ook rouwen om het verlies van je identiteit, veiligheid, autonomie of dromen.